Goed Verplegen - Hans van Dartel

Goed Verplegen

Leerboek Ethiek Voor Verpleegkundigen

Hans van Dartel (Autor)

Media-Kombination
269 Seiten
2017 | 2017 ed.
Bohn Stafleu Van Loghum
978-90-368-1852-0 (ISBN)
54,70 inkl. MwSt
  • Titel wird leider nicht erscheinen
  • Artikel merken

Hans van Dartel is ethicus en niet-praktiserend verpleegkundige. Hij werkte als universitair docent ethiek in Leiden en was jarenlang voorzitter van Commissie Ethiek van V&VN. Nu is hij hoofddocent van de Postacademische Opleiding Ethiek in de Zorg te Nijmegen, en is hij als adviseur en extern ethicus verbonden aan diverse commissies ethiek van zorginstellingen.

– 1 Inleiding  . – 1.1 Verplegen appelleert aan wie wij zijn . – 1.2 Verplegen raakt aan onze kwetsbaarheid . – 1.3 Goed verplegen . – 1.3.1 De link tussen verplegen en moraal . – 1.3.2 Verplegen in een beroepsmatige context . – 1.4 Morele dimensies van verplegen . – 1.4.1 Persoonlijke kwaliteiten  . – 1.4.2 Waarden en  normen . – 1.4.3 Het verschil tussen waarden en normen . – 1.4.4 Waarden en normen zijn tijd- en cultuurgebonden . – 1.4.5 Beroepsmoraal en professionaliteit . – 1.5 Inzet van dit boek . – 1.6 Opzet van dit boek . – 1.6.1 Praktijkgericht . – 1.6.2 Verplegen als menselijke activiteit . – 1.6.3 Verpleegkunde als professionele activiteit  . – 1.6.4 Aandacht voor de diversiteit van het werk . – DEEL I Kernwaarden van de verpleging . – 2 Zorgen als betekenisvol proces, ook in morele zin . – 2.1 Beginnen met nadenken over de moraal van zorgen . – 2.1.1 Zorg is overal . – 2.1.2 Zorg is een breed verschijnsel . – 2.1.3 Zorg als een natuurlijk verschijnsel . – 2.1.3.1 Zorg als bron van waarden en normen . – 2.1.3.2 Zorgzaamheid versus zelfzucht en agressie  . – 2.1.3.3 Doodslag: de complexiteit van onze moraal  . – 2.1.4 Zorg als cultuurverschijnsel . – 2.1.4.1 Aangeleefde en aangeleerde moraal . – 2.1.4.2 De symboliek van zorg . – 2.1.5 Zorg en empathische vermogens  . – 2.1.5.1 Mededogen . – 2.1.5.2 Gehoor geven aan het appel van de ander . – 2.2 De morele grondstructuur van zorg  . – 2.2.1 Zorgethiek . – 2.2.2 De stappen van de zorgcyclus . – 2.2.2.1 Stap 1 - Je zorgen maken (aandacht hebben) . – 2.2.2.2 Stap 2 - Zorg op je nemen (verantwoordelijkheid dragen) . – 2.2.2.3 Stap 3 – Daadwerkelijk zorg verlenen.  . – 2.2.2.4 Stap 4 - Nagaan of zorg is ontvangen  . – 2.3 Goede zorg  . – 2.3.1 Wat is goed? . – 2.3.2 Kernaspecten van goede zorg  . – 2.3.3 Houdingsaspecten . – 2.3.3.1 Intentionaliteit . – 2.3.3.2 Positieve intenties  . – 2.3.3.3 Inspringende zorg en vooruitspringende zorg . – 2.3.3.4 Intentionaliteit en effectiviteit  . – 2.3.3.5 Presentie: goed doen en ‘er zijn’ voor een ander. . – 2.3.3.6 Goede zorg gekend? . – 2.4 Afsluitend: de moraal van het zorgen . – 2.5 Bijlage: een zorgethische gespreksmethode . – 3 Kernwaarden van verplegen  . – 3.1 Inleiding . – 3.1.1 Moeten we wel uitgaan van kernwaarden?  . – 3.1.2 Werkwijze . – 3.2 Kwetsbare en afhankelijke mensen . – 3.2.1.1 Marktwerking in de zorg . – 3.2.1.2 Een andere ethiek . – 3.2.2 Gezondheidsethiek: een ethiek die patiënten een stem geeft . – 3.2.3 Gezondheidsrecht: op voet van gelijkheid met de zorgverlener . – 3.2.4 Een morele beroepshouding  . – 3.3 Betekenisvolle waarden in de verpleging . – 3.4 Kernwaarden van het zorgen  . – 3.4.1 Relationaliteit  . – 3.4.1.1 Dialogisch zorgverlenen . – 3.4.1.2 Gezamenlijke besluitvorming  . – 3.4.2 Zorgzaamheid  . – 3.4.2.1 Afstand en betrokkenheid . – 3.4.2.2 Compassie . – 3.4.2.3 Presentie . – 3.5 Kernwaarden van de gezondheidsethiek  . – 3.5.1 Het goede voor de patiënt . – 3.5.2 Een gelukkig leven . – 3.5.2.1 Theorieën over welzijn en geluk  . – 3.5.2.2 Doorwerking van de theorieën in de zorgpraktijk  . – 3.5.3 Goed doen . – 3.5.4 Een gezond leven . – 3.5.4.1 Verschillende gezondheidsbegrippen . – 3.5.4.2 Positieve gezondheid . – 3.5.4.3 Relevantie voor de verpleegkundige praktijk . – 3.5.4.4 Veranderlijke moraal . – 3.5.4.5 Gezondheid en levensbeschouwing . – 3.5.4.6 Conclusie: er is niet één gezondheid . – 3.5.5 Niet schaden . – 3.5.5.1 Medicalisering . – 3.5.5.2 Casus: doorbehandelen . – 3.5.5.3 Niet schaden breed begrijpen . – 3.5.5.4 Varianten van niet schaden  . – 3.5.6 Een eigen leven . – 3.5.6.1 Autonomie . – 3.5.6.2 Authenticiteit . – 3.5.6.3 Verlangens van de eerste en tweede orde  . – 3.5.6.4 Privacy . – 3.5.7 Respect voor autonomie . – 3.5.7.1 Patiëntenrechten, autonomie en zorg . – 3.5.7.2 Belangenbehartiging . – 3.5.7.3 Aandacht voor authenticiteit . – 3.5.7.4 Wilsrichting  . – 3.5.7.5 Menselijke dilemma’s . – 3.5.8 Een leven met anderen  . – 3.5.8.1 Een leven met naasten . – 3.5.8.2 Deelnemen aan de samenleving . – 3.6 Kiezen: welke waarden wegen het zwaarste?  . – 3.6.1 Verschillende denkwijzen . – 3.6.2 Gevolgenethisch denken: hoe gaat dat?  . – 3.6.2.1 Evidence-based practice . – 3.6.3 Deontologie . – 3.6.3.1 Een voorbeeld van deontologisch redeneren . – 3.6.3.2 Plichtsethiek, gevolgenethiek en economie   . – 3.6.3.3 Zwakheden van deontologisch redeneren . – 3.6.4 Consequentialisme en deontologie in de praktijken van de zorg . – 3.7 Afronding . – 3.8 Bijlage: het Utrechts stappenplan . – DEEL II Beroepsnormen van de verpleegkunde . – 4 Professionaliteit als kenmerk van de verpleegkundige beroepspraktijk . – 4.1 Beroepsnormen voor de verpleegkunde . – 4.2 Professionaliteit: een containerbegrip  . – 4.2.1 Professionalisering  . – 4.2.2 Verplichtingen van de beroepsbeoefenaar . – 4.2.3 Professionele autonomie . – 4.3 Ontwikkelingen in het denken over professionaliteit . – 4.3.1 Professionaliteit: kennisexpertise en/of moraal? . – 4.3.2 Vasthouden aan morele bindingen van het vak . – 4.3.3 Reflectieve professionaliteit . – 4.4 Professionele verantwoordelijkheid . – 4.4.1 Drie uiteenlopende typen verantwoordelijkheid . – 4.4.2 Professionele verantwoordelijkheid en gewetensconflicten . – 4.5 Professionaliteit: blijven leren van praktijken  . – 4.5.1 Reflectiemodellen . – 4.5.2 Een model voor praktische beslissingen  . – 4.5.3 Zelf denken is niet genoeg . – 4.5.3.1 Praktijkleren doe je met elkaar . – 4.5.3.2 Feiten én meningen tellen mee  . – 4.5.4 Praktisch-technisch en praktisch-moreel redeneren  . – 4.5.5 Gedeelde kennis professioneel leren gebruiken . – 4.5.5.1 Misverstanden over reflectie . – 4.5.6 Moreel beraad . – 4.6 Morele aspecten van samenwerking . – 4.6.1 Samenwerking met de patiënt . – 4.6.2 Patiëntverantwoordelijkheid  . – 4.6.3 Samenwerking met andere zorgverleners . – 4.6.4 Gedeelde verantwoordelijkheid  . – 4.6.5 Teamverantwoordelijkheid . – 4.7 Tot slot . – 4.8 Bijlage: stappenplan voor omgaan met professionele verantwoordelijkheid . – 5 Beroepsnormen van de verpleegkunde . – 5.1 5.1. Inleiding . – 5.1.1 Impliciete en expliciete beroepsnormen  . – 5.1.2 Specifieke beroepsnormen: waar hebben we het dan over?  . – 5.2 De professionele standaard  . – 5.2.1 De definitie van Henderson . – 5.2.2 Nieuwe omschrijvingen . – 5.2.3 Verschillende invalshoeken . – 5.2.4 Van belevingsgericht naar zelfmanagement  . – 5.2.5 Niets nieuws onder de zon . – 5.2.6 Variatie . – 5.2.7 De morele veelzijdigheid van het vak  . – 5.2.8 Visies en ethische stromingen  . – 5.3 Rechtvaardigheid: een gemiste waarde?  . – 5.3.1 Aandacht verdelen . – 5.3.2 Rechtvaardigheid: voorrang geven en verschil maken . – 5.3.3 Voorrangsregels . – 5.3.4 Voorrang op oneigenlijke gronden . – 5.3.5 Niveaus van rechtvaardigheid  . – 5.4 Expliciete beroepsnormen . – 5.4.1 Het beroepsprofiel . – 5.4.1.1 Morele koerswijzigingen in de zorg . – 5.4.1.2 Kanttekeningen bij de veranderingen in de zorg . – 5.4.1.3 Effecten in de verpleegkundige praktijk . – 5.4.1.4 Spannende normatieve elementen in het profiel . – 5.4.1.4.1 1. De rol van zorgverlener . – 5.4.1.4.2 2. De rol van reflectieve EBP-professional . – 5.4.1.4.3 3. De rol van kwaliteitsbevorderaar . – 5.4.1.5 Het nieuwe beroepsprofiel: ook motor van veranderingen  . – 5.4.2 De beroepscode . – 5.4.2.1 Kritiek op beroepscodes . – 5.4.2.2 Voorbij de beperkingen van de code? . – 5.4.2.3 Elementen van de beroepscode  . – 5.4.3 De eed of belofte . – 5.4.3.1 Eed of belofte? . – 5.4.4 Tuchtnormen . – 5.4.4.1 Twee algemene tuchtnormen . – 5.4.4.2 Kritische kanttekeningen . – 5.4.4.3 Leereffecten . – 5.5 Tot slot: niet alles is in regels te vangen . – 5.6 Bijlage: het gebruik van de beroepscode in moreel beraad . – 6 Kwesties  . – 6.1 Inleiding . – 6.1.1 Methoden voor moreel beraad  . – 6.1.1.1 Casusvergelijking . – 6.1.1.2 Stappenplan voor omgaan met professionele verantwoordelijkheid . – 6.1.1.3 De zorgethische gespreksmethode  . – 6.1.1.4 Het Utrechts stappenplan  . – 6.2 Casuïstiek . – 6.2.1 Casus 1: Aangifte doen of zwijgen . – 6.2.2 Casus 2: Veiligheid en vertrouwen . – 6.2.3 Casus 3: Tbc in het verzorgingshuis . – 6.2.4 Casus 4: Discriminerende zorgvragers . – 6.2.5 Casus 5: Grenzen aan de zorg? . – 6.2.6 Casus 6: Verliefd op een patiënt . – 6.2.7 Casus 7: Ongewenste intimiteiten . – 6.2.8 Casus 8: Wel of niet naar de uitvaart? . – 6.2.9 Casus 9: Thuis geven als privépersoon? . – 6.2.10 Casus 10: Extra klusjes horen erbij, of niet? . – 6.2.11 Casus 11: Angst voor gezondheidsrisico’s . – 6.2.12 Casus 12: Iemand aanraken . – 6.2.13 Casus 13: Cadeautje?  . – 6.2.14 Casus 14: Een rekenfout in de medicatie . – 6.2.15 Casus 15: Arts in de fout . – 6.2.16 Casus 16: Moet alles wat kan? . – 6.2.17 Casus 17: Stoppen met de dialyse onze zorg wel responsief?  . – 6.2.18 Casus 18: Reanimatie ondanks NR-verklaring . – 6.2.19 Casus 19: Ouders die vaccinatie weigeren . – 6.2.20 Casus 20: Gedwongen opname . – 6.2.21 Casus 21: Meewerken aan wetenschappelijk onderzoek . – 6.2.22 Casus 22: Zwaar ziek en nog meedoen aan onderzoek? . – 6.2.23 Casus 23: Telezorg: moeten we wel techniek inzetten?  . – 6.2.24 Casus 24: Stoppen met de behandeling . – 6.2.25 Casus 25: Dodelijk depressief, en dan? . – 6.2.26 Casus 26: Altijd te laat . – 6.3 Bijlage: Casusvergelijking 

Zusatzinfo Bibliography; 8 Tables, color; 5 Illustrations, color; 3 Illustrations, black and white
Sprache Dutch; Flemish
Maße 168 x 240 mm
Gewicht 474 g
Themenwelt Medizin / Pharmazie Pflege
Schlagworte Ethiek • Filosofie • gezondheidszorg • Professionaliteit • verpleegkunde
ISBN-10 90-368-1852-4 / 9036818524
ISBN-13 978-90-368-1852-0 / 9789036818520
Zustand Neuware
Haben Sie eine Frage zum Produkt?
Mehr entdecken
aus dem Bereich